dinsdag 10 mei 2022

Schaamte en onbegrip

De naakte slang

In Genesis 2:25 lezen we: En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw, maar zij schaamden zich niet.


De schaamte is een ervaring die de grens markeert tussen de situatie zoals die was vóór de zondeval en erna; een schaamte die verbonden is met de naaktheid van de mens. In Genesis 3:7, direct na het overtreden van Gods gebod, lezen we dat de mens en zijn vrouw niet langer meer in staat zijn om elkaars naaktheid te ervaren zónder schaamte.


Centraal op deze grens tussen vóór en ná de val staat de slang. Er was geen dier listiger dan de slang, luidt de vertaling van Genesis 3:1. In het Hebreeuws staat hier een interessante woordspeling, want de schrijfwijze van het woord listig is vrijwel identiek aan hoe het woord naakt een vers eerder (2:25) geschreven is. Je zou de tekst dus ook kunnen vertalen met geen dier was zó naakt als de slang. Of omgekeerd 2:25 vertalen met en ze waren beiden listig, Adam en zijn vrouw, maar zij schaamden zich niet. Dat klinkt vreemd in de oren, maar wat zo opvallend is, is dat de schrijfwijze van het woord naakt in 2:25 slechts éénmaal voorkomt in deze geschiedenis. Wanneer er in hoofdstuk 3 aan de naaktheid wordt gerefereerd (vers 7, 10 en 11) wordt het woord op een andere manier geschreven - zelfs zó anders, dat in Hebreeuwse woordenboeken het woord een eigen plek heeft gekregen.


De bijbelschrijver heeft duidelijk een verband willen leggen met de naaktheid van Adam en Eva vóór de val, en de listigheid van de slang. En blijkbaar is de naaktheid van Adam en Eva vóór de val niet helemaal hetzelfde als de naaktheid erná.


Dit stelt ons voor de vraag wat er precies wordt bedoeld met die naaktheid. En wat heeft naaktheid met ‘listigheid’ te maken?


Wat we alvast kunnen vaststellen is dat de naaktheid in Genesis 2 en 3 geen nutteloos detail is, maar juist cruciaal voor het theologisch begrijpen van het menselijk lichaam.


Schaamte is verlies

Genesis 2:25 laat zien dat de mens en zijn vrouw zich van elkaars lichaam bewust waren. Het is dus niet zo dat ze pas tot hun volle verstand kwamen na het eten van de vrucht. We zouden dat kunnen denken vanwege Genesis 3:7, waar staat dat ze ontdekten dat ze naakt waren. Wisten ze dat eerst dan niet?


Het is de reactie op elkaars naaktheid die het verschil maakt. Voorheen riep hun naaktheid geen schaamte op, maar in Genesis 3:7 wel. Wat is die schaamte eigenlijk?


Schaamte heeft te maken met hoe je jezelf aanvaart ten opzichte van de ander; het heeft zowel met toenadering te maken als met verwijdering. Toenadering omdat er geen schaamte zou zijn zónder de ander, maar ook verwijdering omdat het grenzen en regels stelt aan de gemeenschap van personen.


Precies die schaamte ontbreekt in Genesis 2:25. Dit heeft niets te maken met gebrek aan kennis of kinderlijkheid; de schaamte is ook niet verborgen, die is totaal afwezig. Er is wel de toenadering in het interpersoonlijke contact, maar niet het aspect van verwijdering, vóór de val is er een volheid van begrip voor en van elkaar. En dan gaat het vooral ook om het begrip van elkaars lichaam.


De schaamte die even later zijn intrede doet, is geen toename van kennis, maar een verlies van het volle begrip van elkaar. Er komt dus niets bij na de val, maar er gaat iets verloren.


Geschapen naaktheid

Wat was de betekenis van de naaktheid vóór de val?


In de eerste plaats was het door middel van zijn naakte lichaam dat de mens ervoer dat hij anders was dan de dieren om hem heen. Dit zou je een negatieve ervaring kunnen noemen, de mens ervoer hierdoor dat hij alleen was.


De ontdekking van zichzelf met de hulp van de vrouw is dan de positieve kant. Deze ontdekking is óók sterk lichamelijk - we hebben het eerder al gehad over de uitdrukking 'vlees van mijn vlees'.


Dit zelfbegrip en identificatie van de mens ten opzichte van de schepping en ten opzichte van de ander (man en vrouw) is dus gekoppeld aan hun naaktheid. Ze zijn juist door hun naaktheid in staat om elkaar volmaakt te kennen: de uiterlijke waarneming is volkomen en onversluierd. De kennis van elkaar is onschuldig, omdat er alleen kennis is van het goede - het stopt dus niet bij het uiterlijke, maar het raakt ook het innerlijk van de mens.


Onveilig

We keren terug naar de slang. Waarom wordt er een verband gelegd tussen de naaktheid van vóór de val en de listigheid van de slang?


We hebben gezien dat de naaktheid bij Adam en zijn vrouw zorgde voor een open en ongehinderde communicatie, voor een volledig begrip van elkaar. We mogen Genesis 3:1 zó lezen dat de slang in dat begrip blijkbaar het verst gevorderd was. 


Zo te zien is naaktheid op zichzelf iets neutraals. Het hoort zonder meer bij het goede van de schepping, maar het kan ook ten prooi vallen van de zonde. De slang maakte van de naaktheid - en dieper, van de open communicatie - een hulpmiddel ten dienste van zijn verdorven plan.


Tegelijk is dit de reden waarom de mens ná de val schorten krijgt. Naaktheid is niet langer meer veilig, de kans is te groot dat we er misbruik van maken. De interpersoonlijke communicatie is niet langer meer open en zuiver, en hierdoor kan de persoonlijke intimiteit geschaad worden. Schaamte zorgt daarbij voor voorzichtigheid, het is gezien de situatie van ná de val een Godgegeven bescherming. 


[TvL 11,12]