maandag 13 februari 2023

De ziel van Rome sterft

De vrouw versus het beest

Het Bijbelboek Openbaring geeft ons een beeld van hoe er door de vroege christenen tegen het Romeinse rijk aan werd gekeken. Dat beeld is bepaald niet positief. Het Romeinse rijk en de keizers worden weergegeven als een gruwelijke beest, zoals bijvoorbeeld in hoofdstuk 13. In hoofdstuk 17 komt hetzelfde beest weer terug, maar nu met een medespeelster. Ze wordt Babel genoemd (Op. 17:5), maar vanwege de verbinding tussen de bergen waarop ze zit en de koppen van het beest (17:9) weten we dat ze in feite Rome verbeeldt.

De vrouw zit op het beest (17:3), en is er dus innig mee verbonden. Zowel de vrouw als het beest lijken dezelfde realiteit te vertegenwoordigen. Maar dan komt er aan het slot van hoofdstuk 17 een onverwachte wending:

Op. 17:16 De tien hoorns die je zag en het beest zelf zullen een afschuw krijgen van de hoer en ze zullen haar te gronde richten. Ze zullen haar uitkleden, haar vlees eten en haar in brand steken.

Als beest en hoer beiden het Romeinse rijk vertegenwoordigen, hoe kan het beest dan een afschuw krijgen van de vrouw? Wie is die vrouw, en wat onderscheidt haar van het beest?

Ze is een vrouw

...to compare the enemy to a woman is a means of ridiculing and denigrating him... schrijft Caroline Vander Stichele in “Re-membering the whore”. En de vrouw in Openbaringen 17 is niet zomaar een vrouw; het is ἡ μήτηρ τῶν πορνῶν, de moeder der hoeren; en dronken van het bloed van de heiligen bovendien (17:6). Voor Vander Stichele leidt zo spreken tot een verkeerd beeld van vrouwen in de prostitutie en ze concludeert: ...I resist the violence done to the whore.

Gebruikte Johannes juist een vrouw om te denigreren? Om daar achter te komen moeten we niet allereerst kijken naar de positie van prostituees in de Romeinse cultuur. Want de taal van Openbaring is als geen ander boek van het Nieuwe Testament die van de Hebreeuwse Bijbel; en er is geen goede reden om aan te nemen dat Johannes dit beeld van de vrouw ergens anders vandaan zou hebben.

De vrouw in het Oude Testament

In de Oud-Testamentische theologie komt de mens voort uit Gods schepping; meer specifiek lezen we in Genesis 1:27 dat God de mens schiep naar Zijn evenbeeld, en de mens mannelijk en vrouwelijk schiep. Omdat Gods beeld blijkbaar weerspiegeld wordt in de man-vrouw relatie (zoals kardinaal Eijk ook betoogt in zijn recente werk over het huwelijk) luistert de zuiverheid van deze relatie nauw in de Bijbel. In de Oud-Testamentische tijd ligt de verantwoordelijkheid voor die zuiverheid in de praktijk vooral bij de vrouw (Jezus zal hier later verandering in brengen door het begerig naar vrouwen kijken als overspel te bestempelen). 

Oud-Testamentische profeten gebruiken de vrouw regelmatig als beeld voor een volk of een stad, zonder dat dit op zichzelf een negatieve connotatie heeft. Dat zou ook niet passen bij positieve profetieën over de „Vrouwe Sion”. De reden dat de profeten de vrouw als beeld gebruiken is omdat ze hiermee de relatie beschrijven tussen het volk en יהוה; wat de vrouw doet is een graadmeter van de kwaliteit van deze relatie: als het volk zich afkeert van יהוה wordt dit beschreven in termen van hoererij. Van dat laatste vinden we een nietsverhullende beschrijving in Ezechiël 23. Uiterst expliciet wordt daar Jeruzalem beschreven, die zich verkoopt aan de Babyloniërs. Uiteindelijk loopt het slecht met Jeruzalem af. יהוה zegt wat diezelfde Babyloniërs gaan doen:

Ezech. 23:25 ... zij zullen zich woedend op je storten en je neus en je oren afsnijden, en wat er van je over is valt ten prooi aan het zwaard...

יהוה Nu wordt niet alleen Israël of Juda bij een vrouw vergeleken; in Nahum 3 noemt bij monde van de profeet Nineve eveneens een זונה, hoer, en vanuit de grondtekst zie ik onvoldoende bewijs voor de gedachte van Vander Stichele dat het bij de heidenvolken om fornication zou gaan en niet om adultery. Ze heeft gelijk dat Nineve op een grotere afstand van יהוה staat dan Israël, maar tegelijkertijd wordt haar gedrag op een vergelijkbare manier beschreven. De relatie tussen Ninevé en יהוה is zwakker, maar het feit dat ze een hoer wordt genoemd bevestigt juist dat יהוה blijkbaar van haar als vrouw een andere houding verwacht; en het verhaal van Jona onderstreept dat Israëls God Zich het lot van een (niet-Israëlische) stad als Ninevé aantrekt.

Roma

Met deze gedachten uit de Hebreeuwse Bijbel in het achterhoofd keren we terug naar de vrouw uit Openbaringen 17. De omschrijving van hoe het beest zich tegen haar keert in Op. 17:16 lijkt erg op wat er staat in Ezechiël 23:25. De parallel die dan kan worden getrokken is dat de vrouw uit Op. 17 zich op een vergelijkbare manier heeft overgeleverd aan het beest als Jeruzalem zich overleverde aan de volkeren om haar heen. De vrouw moet dus niet al te zeer worden vereenzelvigd met het beest, ze is een zelfstandig opererende entiteit. Hier kan het verband helpen dat sommige wetenschappers leggen tussen de vrouw en de godin Roma: Roma is de eigen, tijd-overstijgende persoonlijkheid, de ziel van Rome; Openbaring 17 toont ons een Roma die zich heeft verkocht aan het beest, de militaire en economische macht van de keizers. En daarmee heeft Roma de verkeerde vrienden gekozen. Vrienden die door misbruik van haar te maken haar uiteindelijk te gronde richten. Dit maakt de vrouw uit Openbaring 17 ondanks al haar slechte daden ook een tragische figuur; ze is dader en tegelijk slachtoffer.

Het Godsoordeel

De vraag is wat het betekent als Vrouwe Roma gedood wordt. Het betekent niet dat het Romeinse rijk ten einde komt - want dit rijk wordt uitgebeeld door het beest, en dat leeft nog. Het is de generatie-overstijgende ziel van Rome die sterft, de essentie van Rome. Het komt zogezegd nooit meer goed met Rome.

Op grond van Op. 17:17 zouden we kunnen concluderen dat dit precies is wat God wil. De hoer is slecht en God laat haar dus op een gruwelijke manier ombrengen. Maar op basis van wat we tegen zijn gekomen in het Oude Testament is dat te kort door de bocht. Dat Rome hier als vrouw wordt verbeeld, wijst tegelijk naar God als haar wettige echtgenoot. Dat ze God heeft verruild voor het beest leidt tot haar verdiende ondergang; er is echter geen reden om aan te nemen dat God heel anders tegen Rome aankeek als יהוה aankeek tegen Ninevé, waarvan is opgeschreven

Jona 4:11 zou Ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen (...)?

Conclusies

De vrouw uit Op. 17 beeldt het wezen van de stad Rome uit, gesteld met maar tegelijk tegenover de in en over haar regerende heersers (het beest). Met het beeld van de vrouw impliceert Johannes dat God een zeker relationeel recht op de stad heeft, en daarom is dit beeld op zichzelf juist niet ridiculiserend bedoeld. Dat de vrouw een hoer is onderstreept wél dat er een breuk is in haar relatie met God.


Bibliografie

Aune, David E. 1998. Revelation 7-22. Deel 52c. Word biblical commentary. Nashville, Tennessee: Thomas Nelson.

Beale, G.K. 2015. Revelation: A Shorter Commentary. Grand Rapids, Michigan: Eerdmans.

Beale, G.K., en M. McDonough. 2007. „Revelation”. In Commentary on the New Testament use of the Old Testament, red. door G.K. Beale en D.A. Carson, 1081–1161. Grand Rapids, Michigan: Baker Academic.

Eijk, W.J. 2022. De Band van de Liefde. Utrecht: KokBoekencentrum.

Glancy, J.A., en S.D. Moore. 2011. „How Typical a Roman Prostitute Is Revelation’s’ Great Whore’?” Journal of Biblical Literature 130, no. 3:551–569.

Mounce, Robert H. 1998. The Book of Revelation. New International Commentary on the New Testament. Grand Rapids, Michigan: Eerdmans.

Stichele, Caroline vander. 2009. „Re-membering the Whore: The Fate of Babylon according to Revelation 17.16”. In A Feminist Companion to the Apocalypse of John, red. door Amy-Jill Levine en Maria Mayo Robbins, 106–120. Feminist Companion to the New Testament and Early Christian Writings 13. London: T&T Clark.