dinsdag 29 maart 2022

Samen het beeld van God

[Vorige postDeel 2]

Droom

Het is niet goed dat de mens alleen is…

Al vóór de mens daar zelf iets van merkte, spreekt God in Genesis 2:18 deze woorden uit, direct na de beschrijving van het paradijs en van de taak die de mens daar te vervullen heeft. We hebben al gezien dat de mens vervolgens, door het benoemen van de dieren om hem heen, zijn eigen uniekheid ontdekte. Een uniekheid die hem tegelijkertijd eenzaam maakt. Deze eenzaamheid is in de ogen van God niet goed.


In de schepping van de mens volgt daarom een extra stap. Het gaat hierbij niet om de schepping van een heel nieuw, op zichzelf staand wezen - zoals de vogels los staan van de landdieren. Nee, God neemt de mens en her-schept hem als het ware. Dit herscheppen gebeurt door middel van een ‘diepe slaap’. Het Hebreeuwse grondwoord voor deze slaap vinden we ook terug bij Abraham tijdens de verbondssluiting; het is een slaap van Godswege met een bijzondere bedoeling. De situatie vóór en ná deze slaap is radicaal anders, en zou als een beeld van dood en wederopstanding kunnen worden gezien. Tenslotte heeft de mens zelf geen zeggenschap over deze slaap, hij ondergaat hem geheel passief.


De mens in Genesis 2 valt in deze diepe slaap direct na de constatering dat hij geen hulp tegenover hem heeft, hij valt als het ware met het onvervulde verlangen in slaap en neemt dat mee als een droom. Een droom die vervolgens werkelijkheid wordt.


Vlees van mijn vlees

God - staat er - neemt een rib van de mens en maakt daarvan de vrouw. De mens vóór deze slaap bevatte dus zowel het vrouwelijke als het mannelijke, en God splitst die twee door de rib te nemen. Het paradoxale is dat de mens eerst eigenlijk in zichzelf vollediger was dan daarna; en dat dit tegelijkertijd door God als niet goed werd beschouwd. Het antwoord ligt in het woord relatie, alleen als er een gelijke en tegelijkertijd werkelijk ándere is kan er een relatie ontstaan. Hier wordt dus niet de vrouw geschapen (zij ontstaat immers niet uit niets maar wordt gebouwd uit de rib), het is de relatie tussen man en vrouw die wordt geschapen.


Zodra Adam wakker wordt en de vrouw ziet, roept hij uit:

Gen 2:23 Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees!


Op het eerste gezicht lijkt deze vreugdekreet (zo mogen we dat toch wel noemen) erg op het fysieke gericht te zijn. De verwijzing naar ‘been van mijn beenderen’ is echter niet zo lichamelijk bedoeld; in het Oude Testament verwijst het woord beenderen vaak naar de innerlijke gesteldheid van de mens, zijn ‘wezen’. Er wordt niet zo’n onderscheid gemaakt tussen lichaam en ziel, en door over ‘beenderen’ te spreken krijgt de innerlijke structuur van de mens een plaats, hoe hij wérkelijk in elkaar zit, diep van binnen.

Hoewel dus been en vlees over hetzelfde lijken te gaan, bedoelt Adam hiermee te zeggen: Ze lijkt zowel van binnen als van buiten op mij!


Geslacht

Hoewel Adam dus zoveel van zichzelf herkent bij de vrouw, is er vanaf dat moment ook een kenmerkend verschil; het verschil van geslacht. De manier waarop God de mens tot man en vrouw maakte toont ons dat het hier niet gaat om een oppervlakkig verschil, een gewoon lichaamskenmerk zoals haarsoort of de kleur van de ogen. God heeft iets heel fundamenteels uit elkaar gehaald toen Hij de rib uit de mens tot een vrouw maakte; het geslacht van man en vrouw bepaalt hierdoor niet alleen hoe het lichaam eruit ziet, maar het bepaalt en beïnvloedt de hele persoon, als een soort grondwet van het bestaan. Het geslacht is niet alleen een eigenschap of een onderdeel van wie je bent, het bepaalt wie je bent.


Gemeenschap

De mens is dus als man én vrouw naar het beeld van God geschapen; en ook de relatie tussen deze man en vrouw hoort bij het beeld van God. Hier ligt een lijn tussen de schepping van man en vrouw en het dogma van de Drie-eenheid. Immers, de relatie tussen Vader, Zoon en Heilige Geest hoort onlosmakelijk bij het karakter van God - er is een gemeenschapsband in het wezen van God. Menselijke relaties weerspiegelen iets van dat karakter, en wel in het bijzonder de relatie binnen het huwelijk.


[TvL 8-10]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten