maandag 6 januari 2025

De Moeder en de Sultan



Salaam vroeg:

Vader, 

Waarom zorgt de Almachtige er niet voor dat alle mensen Hem dienen?


Ya'akub antwoordde:

Eens bereidde de sultan een grote maaltijd en nodigde de mannen uit de stad om te komen genieten van het uitgelezen voedsel en de rijke gaven die hij aan alle gasten beloofde.

Toen het bericht een jongeman bereikte, zag zijn moeder tot haar verbazing dat hij de brief achteloos terzijde schoof. Toen ze vroeg waarom hij niet verheugd was, vertelde hij haar dat de sultan vergramd was op hem omdat hij diens naam eens in een dronken bui had gelasterd.

Maak het dan goed, antwoordde ze. Ga naar de sultan en verontschuldig je!

Maar haar zoon weigerde. Hij zal me vast voor jaren opsluiten, zei hij. En hoe zijn moeder ook aandrong, haar zoon wilde niet.

Tenslotte trok zijn moeder haar mooiste kleren aan, vroeg bij de paleispoort of ze de sultan spreken mocht en wachtte daar van de ochtend tot de middag totdat hij haar ontving.

O sultan, sprak ze, mijn zoon is bevreesd dat u hem grijpen zal en straffen wanneer hij verschijnt bij de maaltijd!

Vrouw, antwoordde de sultan, ga, en zeg uw zoon: alleen wanneer je mijn uitnodiging in blijdschap aanvaardt zal je je straf ontlopen!

Maar hoe de moeder ook bij haar zoon aandrong, smeekte en weende, hij geloofde haar niet en weigerde zich gereed te maken voor de maaltijd van de sultan. Daags voor het feest toog de moeder daarom opnieuw naar het paleis.

sultan, sprak ze, mijn zoon weigert mijn woorden over uw goedheid te geloven. Beveel toch slechts uw knechten om hem morgen uit mijn huis op te halen voor het feest! Grijp mij desnoods, en werp mij in de gevangenis in zijn plaats!

Vrouw, antwoordde de sultan, aan mijn dis zullen slechts mijn vertrouwelingen kunnen zitten. Uw zoon heeft mijn woord en uw getuigenis, als hij die niet gelooft, heeft hij mij niet lief. En hoe zou ik hem tot liefde kunnen dwingen?


Salaam zei:

Toch schijnt het mij dat de goedheid van de Almachtige zo kan worden belemmerd door onze slechtheid en onbekeerlijkheid.


Ya'akub antwoordde:

Dat is hoe het ons kan schijnen.

Wij horen spreken over de macht van de sultan, en denken, zo moet ook de Almachtige wel zijn, want uit Zijn hand komt diens macht voort. En het is waar!

Maar een grotere waarheid is het, dat de Almachtige ook naar Zijn beeld het ware moederhart schiep dat als geen ander het heil zoekt van die haar dierbaar zijn. Zalig de mens met zo'n hart dat zich verontrust over het heil van de medemens.

Alleen de Almachtige is zó machtig dat Hij de mens kon scheppen om Hem in vrijheid lief te hebben; en alleen de Almachtige is zó machtig dat Hij Zichzelf de macht tot dwang ontzegde en in plaats daarvan in tranen het heil zoekt van hen die Hem dierbaar zijn.

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten